India Himalaya Spiti 22 Dagen

Dag 1 Amsterdam – Delhi

Vertrek vanaf Schiphol en dezelfde dag aankomst in Delhi. Indien de nachtvlucht wordt geboekt is de aankomst in Delhi de volgende ochtend.

Dag 2 Delhi – Chandigarh

In de ochtend hebben we de gelegenheid om de bazaarwijk, waarin ons hotel ligt, te verkennen. Het chaotische straatbeeld met heilige koeien, honden, straatverkopers, rinkelende riksja’s, toeterende auto’s en een eindeloze mensenmassa zal nog lang in je geheugen gegrift blijven. Old Delhi is het drukste gedeelte van de stad; het is een ommuurde stad met talloze steegjes, bazaars, tempels en moskeeën. Rustiger is het stadsdeel New Delhi met haar groene parken, villa’s, parlementsgebouwen, het beroemde Connaught Place met chique winkels en de vele souvenirwinkels op het Janpath. Om niet te hoeven beginnen met motorrijden in het hectische verkeer van Delhi met een temperatuur 40˚C. nemen we ’s middags de trein naar Chandigarh. Chandigarh ligt zo’n 250 km ten noorden van Delhi tegen de uitlopers van de Himalaya en het is gebouwd naar Frans voorbeeld. Er staat ook een kleinere versie van de Eiffeltoren.

Dag 3 Chandigarh – Shimla

Na het ontbijt rijden wij met onze Enfields de heuvels in. Na ongeveer 100 km komen we door Shimla. Het is gebouwd tegen een steile bergkam en ligt zo’n 2.000 meter hoger dan Chandigarh waardoor het een stuk koeler is. ‘s Winters kan je hier zelfs skiën. Tijdens de koloniale overheersing ontvluchten de Britten de zomerse hitte van Delhi en regeerden vanuit Shimla het land. De huizen gebouwd in de Engelse cottage stijl herinneren aan die periode.

Dag 4 Shimla – Rampur

Langs de appelboomgaarden rijden we verder de Siti vallei in. We slaan af van de hoofdweg en rijden een smallere weg met een paar prachtige passen richting Rampur. Het laatste deel volgen we de Sutlej rivier.

Dag 5 Rampur – Sangla

We dalen totdat we in de vallei van de Sutlej rivier komen. We volgen deze rivier stroomopwaarts en komen steeds meer Boeddhistische invloeden tegen. We rijden een zijvallei in en komen uit in Sangla op 2.600 meter hoogte. Als er tijd is kunnen de liefhebbers 17 km kilometer verder en 1.000 meter hoger de kloof in rijden. Hier ligt het dorpje Chitkul, omgeven door besneeuwde bergtoppen.

Dag 6 Sangla – Nako

Na een ruim uur rijden komen we bij het plaatsje Recong Peo. Hier moeten we een permit regelen voor het dun bevolkte gebied wat voor ons ligt. We komen op slechts enkele kilometers van de Tibetaanse grens en de cultuur is Tibetaans Boeddhistisch wat wel blijkt uit de stupa’s (Boeddhistische pagode), gompa’s (Tibetaans klooster) en de vele gebedsvlaggetjes die we onderweg zien. We stijgen verder, de boomgrens zijn we al gepasseerd, en het landschap bestaat uit bruine en grijze rots massieven omringd door besneeuwde toppen van meer dan 6.000 meter hoog. Tijdens de winter, die hier langer dan 6 maanden duurt, ligt het land bedekt onder een dikke laag ijs en sneeuw. Dan is deze  regio van de buitenwereld afgesloten en is de bevolking totaal op zichzelf aangewezen.  We overnachten in het mooi gelegen dorpje Nako op 3.625 meter hoogte.

Dag 7 Nako – Kaza

Wij gaan nog verder de hoogte in door een, wederom, fascinerend landschap en vervolgen onze reis door de Spiti vallei. De naam Spiti betekent Huis van Mani, naar de boeddhistische mantra Om Mani Padme Hum. Door de grote hoogte komen er hier sterke temperatuurwisselingen (dag/nacht en zomer/winter) voor die samen met de gure wind erosie veroorzaken. Hierdoor is er een ruig buitenaards landschap gevormd. Door aardverschuivingen en het afbreken van gigantische stukken rots heeft de weg ook onder de erosie te lijden en is het asfalt op veel plekken verdwenen. We overnachten in Kaza, op 3.800 m.eter hoogte, een dorpje wat geheel in Tibetaanse stijl is gebouwd.

Dag 8 Kaza – Chandratal

Vandaag een korte afstand over een slecht wegdek maar er is weer genoeg te zien. Het is moeilijk voorstelbaar dat je nog geen week geleden in Nederland was en nu in een totaal andere wereld rond rijdt.  Iets ten noorden van Kaza ligt Kibber wat bekend staat als het hoogstgelegen op 4.200 meter, permanent bewoonde dorp ter wereld. We overnachten in een tentenkamp bij Chandratal, een bergmeertje op 4.250 meter hoogte. Het meer is alleen tussen mei en augustus te voet bereikbaar. Overdag is de kleur van het meer Pruisisch blauw en tegen de avond worden het groenige tinten. Zelfs ’s nachts is het landschap hier spectaculair. Doordat er in de wijde omtrek geen mensen wonen is er geen lichtvervuiling wat samen met de hoogte zorgt voor een bijzonder heldere hemel waar je ontelbare sterren kan zien.

Dag 9 Chandratal – Keylong

We steken de Kunzum La (“La” betekent “pas”) van 4.600 meter over. Daarna volgt er een lange afdaling over een vaak slechte weg. Zoals voor de hele reis geldt ook hier dat, afhankelijk van het weer van de afgelopen dagen,  er water en modder over de weg kan stromen. Bij Gramphu sluiten we aan bij de hoofdweg naar Ladakh en wordt het wat drukker. We zijn inmiddels weer onder de boomgrens en even terug in de bewoonde wereld. We volgen de Bhaga rivier en rijden over een bredere weg door een vallei met veel groene akkers en kleine dorpjes naar Keylong (3080 m. hoogte). Het is de laatste bewoonde plek tot we in Ladakh aankomen en er wonen moslims, hindoes en boeddhisten.

Dag 10 Keylong – Tso Kar

Vandaag een lange, maar prachtige route. Het eerste deel van de route rijden we nog over de relatieve groene laagvlakte. Dan stijgen we langzaam maar zeker opnieuw naar grote hoogte. De eerste pas die we vandaag tegenkomen is 4880 meter en het uitzicht op de rotsachtige formaties is zeer indrukwekkend. Na deze pas wordt het beduidend droger en rijden we grotendeels boven de boomgrens over een vlakte op zo’n 4100m hoogte richting Sarchu. De wegen zijn nu ineens recht en vlak. Dit gebied wordt ook wel Klein Tibet genoemd. Vlak na Sarchu komen we langs een fantastisch uitzichtpunt over een droge rivierbedding met aan beide kanten zandkasteelachtige vormen. Via een groot aantal haarpeldbochten gaan we weer omhoog naar de Lungalacha La, een pas van over de 5000m. Er wordt hier erg veel aan de weg gewerkt, omdat er elke winter weer delen kapot gaan. We dalen zo’n 450m en slaan van de hoofdweg af om naar onze overnachting plaats te gaan, gelegen aan het bergmeer Tso Kar. Omdat deze route maar drie maanden per jaar geopend is zal niemand investeren in een hotel in dit gebied. Voor de zomer worden daarom op meerdere plaatsen tentenkampen opgebouwd die aan het einde van de zomer weer worden afgebroken. Wij overnachten in een van deze kampen. Dit kamp is met 4600m de hoogste , maar ook de meest bijzondere overnachtingsplaats van de reis. Bij de doorgaans zeer heldere nachten zie je de meest indrukwekkende sterrenhemel.

Dag 11 Sho Kar – Leh

Vandaag een niet al te lange dag maar wel weer één door zeer bijzondere landschappen.  We rijden de vlakte uit en klimmen naar de een na hoogste pas van India, de Taglang La, met een hoogte van ruim 5,300m. Ook hier weer grootse uitzichten, over de meest bijzondere landschappen. Na deze pas is het langzaam maar zeker afdalen en komen we bij de heilige rivier de Indus. We rijden nu deels langs deze rivier naar de Leh, onze eindbestemming van vandaag. Het laatste deel gaat door een bredere vallei met een aantal kleinere dorpjes. Als we redelijk vroeg zijn, kunnen we 25km voor Leh een bezoek brengen aan het indrukwekkende Thiksey Klooster. Aan het eind van de dag komen we aan in het leuke stadje Leh. We blijven in het hotel in het centrum van de stad op loopafstand van leuke restaurantjes en dakterrassen.

Dag 12 Leh – Verblijf

Leh  ligt op 3.500 m. hoogte. Het is de hoofdstad van Ladakh en ligt geïsoleerd te midden van de uitgestrekte bergketens van de Himalaya aan de Indus rivier. Het was eeuwenlang een knooppunt van de karavanen van de Zijderoutes. Ladakh heeft een lange geschiedenis van hecht contact met Tibet. Dit gezamenlijke verleden wordt zichtbaar in de rijke boeddhistische cultuur, die in Ladakh ongehinderd kan voortbestaan. Grote kloostercomplexen zijn overal in het gebied te vinden en de vele festivals geven een kleurrijk beeld van de voortlevende tradities. Leh is uitstekend geschikt voor het maken van dagtochten, per motor maar ook te voet. Als je het stadje aan noordzijde verlaat kom je door een landelijk gebied waar de tijd stil lijkt te hebben gestaan. Riviertjes en akkertjes met daartussen Tibetaanse huizen waarvan de bewoners het land bewerken en het vee verzorgen. Hier en daar vind je kleine en grotere stupa’s. Het is een fantastische omgeving om een boek te lezen, kaarten te schrijven en de sfeer in alle rust in je op te nemen. Ook kan je de kleurrijke bazaar bekijken en verdwalen in de kronkelige straatjes rond het oude paleis.

Dag 13 Leh – Dagtocht Kardung La

Leh  ligt op 3.500 m. hoogte. Het is de hoofdstad van Ladakh en ligt geïsoleerd te midden van de uitgestrekte bergketens van de Himalaya aan de Indus rivier. Het was eeuwenlang een knooppunt van de karavanen van de Zijderoutes. Ladakh heeft een lange geschiedenis van hecht contact met Tibet. Dit gezamenlijke verleden wordt zichtbaar in de rijke boeddhistische cultuur, die in Ladakh ongehinderd kan voortbestaan. Grote kloostercomplexen zijn overal in het gebied te vinden en de vele festivals geven een kleurrijk beeld van de voortlevende tradities. Leh is uitstekend geschikt voor het maken van dagtochten, per motor maar ook te voet. Als je het stadje aan noordzijde verlaat kom je door een landelijk gebied waar de tijd stil lijkt te hebben gestaan. Riviertjes en akkertjes met daartussen Tibetaanse huizen waarvan de bewoners het land bewerken en het vee verzorgen. Hier en daar vind je kleine en grotere stupa’s. Het is een fantastische omgeving om een boek te lezen, kaarten te schrijven en de sfeer in alle rust in je op te nemen. Ook kan je de kleurrijke bazaar bekijken en verdwalen in de kronkelige straatjes rond het oude paleis. Vandaag maken we de dagtocht naar de Kardung La. Dit is de hoogste berijdbare weg ter wereld op 5.608 meter hoogte. Voor deze regio hebben we een speciale permit nodig.  Vanwege lokale regels is het voor motoren die niet in Ladakh geregistreerd staan niet toegestaan de pas op te rijden. Daarom huren wij voor deze dagtrip lokale motoren.  Vanuit Leh kronkelt de weg zo’n 40 kilometer de pas op om 2.100 meter te stijgen. Naarmate we dichter bij de top komen wordt de weg slechter en wordt de kans op sneeuw groter. De top is vaak in sneeuw en nevels gehuld.

Dag 14 Leh – Kargil

We volgen de Indus naar het westen naar Lamayuru. Het landschap bestaat uit onmetelijke grijze berghellingen die door de rivier zijn uitgeslepen. Het is een bergwoestijn met af en toe een langs de rivier gelegen groene oase. Aan het eind van de Ladakh vallei rijden we over talloze loops een steil rotsmassief op. Het is een ronduit spectaculaire route met dito uitzichten over meer dan duizend meter diepe kloven, fel gekleurde rots massieven en wonderlijk geërodeerd goudkleurig zandsteen. In dit sprookjesachtige landschap ligt Lamayuru met de prachtig gelegen gompa, de oudste van de regio, op een steile klif die hoog boven het dorpje uitsteekt. Nadat we het klooster hebben bekeken rijden we over een andere, niet minder spectaculaire route, door naar Kargil. Kargil ligt op slechts enkele kilometers van de grens met Pakistan. Je ziet in dit plaatsje daarom al meer islamitische Kashmir inwoners.

Dag 15 Kargil – Padum

We vertrekken vroeg in de ochtend. Het is namelijk een lange rit naar Padum. We rijden hiervoor het gebied binnen met de naam Zanskar. Dit is een prachtige hoogvlakte waar nog niet veel bezoekers komen. Dit komt omdat er voorheen geen doorlopende route was. We rijden langs verschillende gletsjer en bijzonder mooie uitzichten, allemaal net weer anders dan op andere delen van de route. Padum is een eenvoudig plaatsje en als je op de kaart naar het omringende gebied kijkt, zie je waarom. In de wijde omtrek is helemaal niets. We overnachten in een eenvoudig guesthouse.

Dag 16 Padum – Manali

Na Padum wordt de weg richting het zuiden ineens veel slechter. Het grooste deel van de dag zullen we dan ook over onverharde wegen rijden. Het is een zeer verlaten gebied, zorg dat je voldoende water bij je hebt op de motor. Af en toe zal de weg niet breder zijn dan een fiets of wandelpad. Uiteindelijk komen we vlak boven Keylong weer op de geasfalteerde hoofdweg. Na een koffiestop dalen we verder af. Indien we tijd en interesse hebben kunnen we via de legendarische Rotang pas rijden. Maar inmiddels is er ook een Rotang tunnel die de barre tocht overbodig maakt. We komen eind van de middag aan in het gezellige Manali. Hier vind je talloze restaurantjes en cafeetjes.

Dag 17 Manali – Verblijf

Een wel verdiende rustdag in een gezellig plaatsje.

Dag 18 Manali – Mandi

We dalen steeds verder af en de omgeving wordt steeds groener, het wordt warmer en de geluiden van krekels zijn alweer heel gewoon. De kale bergwanden zijn vervangen door rijstterrassen. Je merkt nu duidelijk dat hoe lager we komen, hoe dichter bevolkt het wordt. We kiezen deels een binnendoor route langs talloze kleine dorpjes. In de loop van de middag rijden we weer omhoog naar Mandi.

Dag 19 Mandi – Chandigarth

We dalen verder af en laten de bergen nu voorgoed achter ons. Bij aankomst in Chandigarth leveren we de motoren in en zeggen gedag tegen de chauffeur en de monteur.

Dag 20 Chandigarth – Delhi

In de ochtend stappen we in de sneltrein richting Delhi. Circa vier uur later komen we aan in de drukke hoofdstad. Je hebt de rest van de middag de tijd om het drukke levendige gebied rondom het treinstation te bezoeken.

Dag 21 Delhi – Dagtocht Taj Mahal

Per bus rijden we naar Agra, eens de hoofdstad van het machtige Moghulrijk. Ons doel is de wereldberoemde Taj Mahal, een uit wit marmer opgetrokken mausoleum, dat ingelegd is met ontelbare halfedelstenen. Dit wereldwonder is de belangrijkste bezienswaardigheid van India. Tussen 1630 en 1653 werkten meer dan 20.000 mensen uit India en Centraal-Azië mee aan de bouw, bijgestaan door experts uit onder andere Frankrijk en Italië. Een bizar detail is dat de keizer voor zichzelf eenzelfde bouwwerk van zwart marmer wilde bouwen. Deze droom ging echter niet door. Hij werd afgezet door zijn zoon die vond dat papa teveel geld had verspild. De keizer werd gevangen gezet in het Fort van Agra. Door de tralies van zijn cel kon hij nog net de Taj Mahal zien.

Dag 22 Delhi – Amsterdam

Afhankelijk van de luchtvaartmaatschappij vertrekken we in de ochtend of de avond ervoor naar de luchthaven om terug te vliegen naar Amsterdam.